Dit aan de straat gelegen georiënteerd bedehuis is de eerste kerk die gewijd werd aan deze Vlaamse heilige; parking ten Z. en beeld van St.-Godelieve ten Z.O. De sokkel is afkomstig van vroegere zerksteen. Omlopende geplaveide stoep. Ommegang van acht statiën; in de muur ingewerkte zandstenen reliëfs met taferelen uit het leven van St.-Godelieve.
Kerk van 1922, aansluitend bij de regionale baksteengotiek, n.o.v. architect Ch. Van Moerkerke (Roeselare), ter vervanging van de in 1918 verwoeste kerk met neoclassicistische inslag van 1865-1866 (fig. 374).
De plattegrond ontvouwt: half ingebouwde W.-toren; driebeukig schip van zes trav. met rechte sluiting van de zijbeuken, hoofdkoor van één rechte trav. met driezijdige sluiting; Z. -sacristie.
Lichte baksteenbouw; afdekking d.m.v. zadeldaken (kunstleien). Vierkante W.-toren van vier geledingen, gemarkeerd door haaks op elkaar staand versneden steunberen; achtzijdige spits. Geprofileerd, gedrukt spitsboogportaal en waterlijsten; druiplijst. Derde geleding getypeerd door blinde vensters met maaswerk en lichtgleuf. Spitsbogige galmgaten onder druiplijst; ingewerkte torenuurwerken. Flankerende W.- tuitgevels; spitsboogvensters (drielichten) op afzaten; druiplijst. Trav. van schip en koor geritmeerd door versneden steunberen en verdiepte spitsboogvensters (drielichten) op afzaten (fig. 375).
Interieur: bepleisterde en witbeschilderde hallenkerk geritmeerd door spitsbogige scheibogen op zuilen met eenvoudig kapiteel en achtzijdige sokkel. Houten spitstongewelven met ijzeren trekbalken; beschilderde graten en naald. Vlak overzolderd portaal (1061).
Mobilair. Drie glasramen in hoofdkoor van 1934, die de verheerlijking, de wurging (door W. Peene Delodder) en de liefdadigheid van St.-Godelieve voorstellen. Zijkoren gewijd aan St.-Jozef en O.-L.-Vrouw.
Orgel van 1880, gesigneerd "Hooghuys & Fils", in oorsprong bestemd voor de kapel van het St.-Niklaasinstituut te Kortrijk, in 1932 door J. Anneessens overgeplaatst naar Beitem.