Met de briefkaart van 7 juli 1944 bevestigt Gaston de ontvangst van brieven en pakjes. Hij beklaagt zich nog altijd over de krappe huisvesting: ‘die kasse staat daar nu nog niet. Al ons goed staat zoo maar op de grond en ’t is juist lijk venditie (openbare verkoop) hier’. Hij besluit met de wens dat hij weldra thuis zou mogen zijn. Op de kaart staat de gebruikelijke stempel die de wens uitdrukt om ‘de Führer’ te ontlasten van zorgen en werk.
Met de briefkaart van 13 juli 1944 bevestigt Gaston de ontvangst van pakjes en brieven. Verder vraagt hij om een volgende keer eens wat ‘aspro’s’ (pijnstiller) te sturen. Verder vertelt hij dat ze begonnen zijn met het rechtzetten van de nieuwe barak.