Deze kaart maakt deel uit van de verzameling kerst- en nieuwjaarskaarten van Trees Demeulemeester die over dit onderwerp in 2011 een boek publiceerde met als titel: "Warme wensen voor de koudste dagen, 100 jaar kerst- en nieuwjaarskaarten." Uitgave Davidsfonds uitgeverij. 256pp. 22,50€.
Op een bleke neutrale achtergrond zien we hier de voorstelling van een hoefijzer op een bed van groene klavertjes en rode bloemen. Het hoefijzer heeft een goudgroene kleur.
Het hoefijzer werd vanaf de middeleeuwen als teken van bescherming boven de toegangsdeur van allerlei gebouwen opgehangen, vooral in kastelen en grotere boerderijen. Ook aan de masten van schepen werden ze bevestigd. Het bijgeloof wil dat een gebruikt en gevonden hoefijzer meer krachten heeft dan een nieuw exemplaar van de hoefsmid. Vroeger, net als vandaag weer, was metaal een kostbaar goed. Dus als men een verloren hoefijzer gevonden had, dan bezat men een hoeveelheid metaal waar men dan weer een ander gewenst object kon van smeden. Het hoefijzer zou een magische kracht hebben omwille van zijn halve maanvorm. De maan stond bekend als het teken van welvaart en geluk. Kracht bezit een hoefijzer ook omdat het gevormd is uit het 'gloeiende vuur'. Als de opening van het hoefijzer naar boven is opgehangen, dan wordt het geluk opgevangen. Hangt de opening echter naar beneden, dan stroomt het geluk uit het hoefijzer en trekt het ook ongeluk aan. Zo staan hoefijzers al eeuwenlang bekend als 'de brengers van het geluk en de beschermers tegen het kwaad'.
Op de oude kerst- en nieuwjaarskaarten wordt het hoefijzer vaak afgebeeld in combinatie met andere geluksbrengers, vaak versierd met roze, rode en zelfs blauwe linten, bloemen en groen. Het hoefijzer als geluksamulet is nu vrijwel van de huidige wenskaarten verdwenen.